Een onweerstaanbaar verlangen
Nouvelles Images, Den Haag – 26 juni t/m 21 augustus 2010
Gepubliceerd: What’s Up #7 – Rotterdam, 2010
Preluderend op een serie exposities in het najaar heeft Rommert Boonstra in galerie Nouvelles Images in Den Haag een tentoonstelling gemaakt met de naam “Het onweerstaanbare verlangen“. Hierin worden een aantal kunstenaars getoond die door middel van fotografie een andere werkelijkheid tonen, een werkelijkheid die “groot is en goddelijker dan wij zelf“ ( Longinus, Rommert Boonstra in persbericht NI). In tegenstelling tot fotografen die registreren of documenteren zijn deze kunstenaars dichters: “Het wezenlijke verschil is dat een geschiedschrijver beschrijft wat er gebeurd is en een dichter beschrijft wat zou kunnen gebeuren“ (Aristoteles, Rommert Boonstra in persbericht NI). Het preciezer tonen van de werkelijkheid was in de beginjaren van de fotografie het belangrijkste voordeel ten opzichte van de schilderkunst die al snel haar doelstellingen aanpaste. Naarmate de fotografie zich ontwikkelde werd de werkelijkheid
echter met regelmaat gemanipuleerd zoals recent over klassieke foto’s uit de 2e wereldoorlog en de Spaanse burgeroorlog bekend is geworden. Tegenwoordig vindt men dat ook fotografie altijd het gevolg is van keuzen die de werkelijkheid op zijn minst kleuren. Er ligt dus een wereld aan mogelijkheden open om met de fotografie een andere werkelijkheid te laten zien. De kunstenaars die in de onderhavige expositie hun werk tonen gebruiken een breed spectrum aan benaderingen wat aanleiding geeft tot aansprekende beelden.
Een poëtische kant is te vinden in de digitaal gemanipuleerde fotocollages van Rommert Boonstra, curator van deze tentoonstelling en grondlegger van de geënsceneerde fotografie. Hierin vinden we titels als “Nature/Nurture”, “Opkomst en Ondergang” en “Het verleden van de verleiding”. Ontwikkelingen, mechanismen en vergankelijkheid worden hierin overdacht in suggestieve beeldcomposities in een serie die niet voor niets Apocalyps heet.
Henk Tas ensceneert taferelen met plastic poppen van moderne iconen als Elvis, Bambi, of kunstbloemen en licht die dan uit als bevinden de verkregen taferelen zich in het neonlicht van een hamburgertent. Het prachtige coloriet wordt nog extra benadrukt door de “gesculptureerde” lijsten en ook hier dragen de titels bij aan de weemoed van een gemaniëreerde R&R esthetiek.
Teun Hocks manipuleert zichzelf in tragikomische situaties, hij is als een figuur in een stuk van Samuel Beckett. De foto’s die hij daarvan maakt werden vroeger nog met olieverf bewerkt, maar tegenwoordig digitaal bijgekleurd.
In het werk van Pieter Laurens Mol komt de kunstenaar ook regelmatig voor, maar dan eerder als een hedendaagse Elckerlyc. Deze kunstenaar gebruikt hier foto’s als materiaal om verbale vondsten te verbeelden, zoals in Sky Savings: 36 foto’s van de hemel op een reçu-houder geprikt
Jasper de Beijer komt terug in de nabijheid van de schilderkunst. Hij werkt in series die opgehangen zijn aan een thema. Foto’s worden van driedimensionale decors en figuren gemaakt, opgebouwd uit karton en papier die heel precies worden uitgelicht. De manier waarop beelden in bijvoorbeeld “The Riveted Kingdom” en “Le Sacre du Printemps” worden weergegeven refereren duidelijk aan de cultuur in de tijd die verbeeld wordt. In de recente serie “Half Caste” wordt de sfeer van filmstills opgeroepen. Het zijn filmsetfoto’s van figuren die wachten op hun beurt in een filmopname, met op de achtergrond decors die nog in opbouw zijn. De figuren in de foto’s worden soms verbeeld door de kunstenaar zelf waardoor de positie van de kunstenaar in al dit gemanipuleer ter discussie wordt gesteld: hij is acteur in zijn eigen creatieve proces. Daar moet zijn rol beginnen, maar hoe vul je die in?
Ook Jean Marc Spaans is in zijn werk verweven: hij tekent zelf op specifieke locaties met neonlampen voor een camera met openstaande lens. Hij is op de foto alleen in vage fragmenten te zien, maar hij is aanwezig in het beeld door de achtergrond te bewerken, alsof hij zijn tag plaatst als een graffitikunstenaar.
Melanie Bonajo gebruikt vrouwen als sokkel voor sculpturen, gemaakt van huishoudelijke parafernalia waarvan een foto wordt gemaakt. Is de vrouw onderdrukt, onder druk, als muze basis voor het werk of als klassiek schoonheidsideaal door het modernisme weggedrukt? Het is me niet duidelijk, maar de foto’s zijn de moeite waard.
En tot slot Marjan Teeuwen: zij maakte foto’s van gebouwen na eerst grote ingrepen te hebben gedaan in architectuur. Gaten worden uit muren en vloeren gebroken, wanden worden gestript en onderdelen worden weer gestapeld in wat overblijft. Hiervan worden weloverwogen foto’s gemaakt die een heel eigen kwaliteit hebben: de foto’s van het huis in Krasnoyarsk, die in Nouvelles Images te zien zijn, twijfelen tussen installatie en icoon, ruimte en plat vlak, tussen registratie en nieuwe werkelijkheid. Perspectieven zijn aanwezig, maar werken ook als abstracte elementen in het platte vlak. Het werk heeft een enorme conceptuele gelaagdheid en straalt de energie die er in gestoken is ook uit.
Nouvelles Images toont met deze tentoonstelling verschillende fasen in de ontwikkeling van de geënsceneerde fotografie. De recente voorbeelden laten een conceptuele kant zien die het genre aanzienlijk versterkt, het maakt nieuwsgierig naar de manifestaties later dit jaar.