Gepubliceerd: 12 november 2021 in PAX International, tijdschrift over Lucius Pax

Beeld van een kunstenaar

Sinds een aantal jaar beweegt zich in de Nederlandse kunstwereld een wat curieuze kunstenaar onder de naam Lucius Pax, een naam uit een andere werkelijkheid. Een aimabele persoonlijkheid die correct gekleed als een succesvolle Duitse neo-expressionist zijn schilderijen op allerlei podia presenteert. Dat werk intrigeerde me al snel, vooral door de techniek en de Duitse sfeer die er in heerst. De schilderijen zijn kleurige taferelen die over het algemeen nogal theatraal aandoen. Ze zijn geschilderd met acrylverf op dik papier. De stijl is effectief, met borstelige verfstreken worden figuren getekend waarbij in achtergronden met gebruik van water en verschillende kleuren de papperigheid van natte sneeuw of slecht gestucte muren worden getoond. In die schilderijen zijn regelmatig woorden geschilderd, dat wil zeggen: die woorden zijn op papier geschilderd, uitgeknipt en op de schilderijen geplakt. De formaten zijn rechthoekig, middelgroot en de meesten zijn klein in liggend formaat, verhouding 3,5:5 lijkt mij. Regelmatig worden in tentoonstellingen of presentaties als bijvoorbeeld in het atelier blokken gepresenteerd  van vier of acht schilderijen waardoor zich zo een narratief lijkt te ontwikkelen. De schilderijen zijn thematisch geordend: er is een serie over Duitse krimi’s, een serie met naakte vrouwen, een serie Urban Portraits en er zijn er meer. Daarnaast werd inmiddels een aantal keer een meer dan levensgrote samengestelde afbeelding gepresenteerd. Zo toonde de kunstenaar bij Art The Hague 2016 een levensgrote legerhelikopter (met de letters PAX op de staart) die uit de stand barstte die de kunstenaar was toe bedacht. In Athene tijdens Platforms Project 2016 hing op een hoge wand een grote rennende figuur waarin we de kunstenaar zelf meenden te herkennen. Deze beide werken waren samengesteld uit kleine vellen die zichtbaar met stukjes tape waren samengeplakt. Dat tape doet denken aan hoe vroeger storing in een televisiebeeld voorkwam.

Andere werkelijkheid

Dat die associatie met een televisiebeeld niet vreemd is blijkt als we die andere werkelijkheid nader beschouwen: dan blijkt ze die van de media te zijn. Het geschilderde oeuvre is gebaseerd op de krimi’s en de tijdschriften die de kunstenaar in zijn jeugd zag. Die jeugd speelde zich af in Duitsland. Als zoon van een luchtmacht medewerker die voor de NAVO in Niedersachsen was gestationeerd speelde Pax in sparrenbossen en heide met Duitse vriendjes en zondagavond keek hij naar Tatort. De opkomst van de kleurentelevisie kleurt zijn herinnering daaraan. Daarnaast maakte hij als opgroeiende jongeman mee dat naaktafbeeldingen doorbraken in de media. Dit alles voedt de fantasie op allerlei manieren. De schilderijen die hij nu maakt komen op deze manier in een duidelijker licht te staan.
De kunstenaar was een enthousiast striplezer en later ook tekenaar en dat zien we terug in de manier waarop hij schildert: snel en effectief worden beelden neergezet. Kleur is functioneel, maar schilderkunstige overwegingen als compositie en atmosfeer lijken niet erg relevant, er wordt een verhaal verteld! Er is natuurlijk een parallel te trekken tussen stripverhalen en televisieseries: de verhaallijnen en beeldconventies zijn vaak clichés en het zijn juist die clichés die we in het werk van Lucius Pax veel tegen komen: de manier waarop personen bedachtzaam voor zich uit kijken, zich met elkaar onderhouden, de beeldperspectieven in binnen- of buitenwereld, overzichten van een plaats delict of de rol die auto’s in het geheel spelen, het ziet er uit alsof het zo hoort en altijd zo geweest is. Die clichés vinden we ook in de teksten die in de schilderijen staan: het zijn bekende uitroepen,  associaties van de kunstenaar bij het beeld dat hij aan het schilderen is en niet per sé inhoudelijk verbonden. Dat ze in het schilderij geplakt zijn op vaak wit papier isoleert ze en versterkt voor mij het auditieve karakter van de uitroepen. Er is daarbij natuurlijk ook de associatie met tekstballonnen in stripverhalen alhoewel de teksten in de schilderijen naar mijn idee een andere functie hebben, ik zie ze eerder als ondersteunend beeldelement.

Identificatie

Opvallend in de schilderijen is dat we regelmatig de kunstenaar herkennen in een van de afgebeelde figuren. Desgevraagd vertelt hij me dat hij zich vroeger altijd identificeerde met de commissaris of de inspecteur die alles oploste zoals alle kinderen doen. Afleveringen werden na gespeeld en ieder kreeg zijn of haar rol. Waarom is het niet het kind die hij was  dat in de schilderijen figureert, maar de kunstenaar met zijn huidige uiterlijk? Is dat een vorm van regressie, van escapisme? Of probeert hij de fantasiewereld en de onbevangenheid van zijn jeugd terug te vinden door zijn toenmalige gedrag in schilderijen te vertalen en die zo in zijn huidige leven te behouden?
De kunstenaar vertelt ook een behoefte te hebben om zijn werk op actuele discussies te laten aansluiten en hedendaagse problemen erin op te nemen. Zo vindt u in de centerfold van dit tijdschrift aan de achterzijde een aantal portretten van naakte vrouwen en op de voorzijde een schilderij met een actueel tafereel waarin een vrouwelijke bondskanselier figureert die door haar mannelijke omgeving nogal denigrerend behandeld wordt. Zij reageert met een misprijzende blik. De bladen die in zijn jeugd actualiteit met seks combineerden zoals bijvoorbeeld Stern of Bild Zeitung dat deden krijgen zo een hedendaagse vertaling die door de huidige discussies over vrouwelijke identiteit en het vrouwelijk lichaam des te wranger over komt.

Performances

Een andere vorm waarin hij de actualiteit met zijn gefantaseerde verleden probeert te combineren zijn de foto’s van performances die ik op zijn website vond, de meesten ook onder de titel Artificial Life. De kunstenaar neemt hierin steeds een wat anonieme actieve rol aan met een pak en een das, hij heeft een maatschappelijke status. De achtergronden zijn onduidelijk in de tijd te plaatsen en komen van over de hele wereld. Zo figureert hij bijvoorbeeld met zonnebril in een beeld met als achtergrond een besneeuwde berg wat voor mij associaties oproept met spionagefilms, maar ook zit hij al telefonerend achterop een megamotor met een hippe bezonnebrilde dame die hem vervoert wat redelijk bevreemdend over komt. Een derde foto die ik er uit pak is er een waarin de hoofdpersoon met een fles champagne en twee champagneglazen in een grote werkplaats staat. Aan de wand hangt een schilderij waarin hij op zijn knieën zit met de tekst ”Hang on, Lucius Pax”. Op de vloer ligt een vel met de tekst “I’m human after all”. Bij de uitgang onder een geopend rolluik zit een vrouw naar buiten te kijken. Het is een tafereel waarin een worsteling lijkt plaats te vinden.
De hele serie foto’s van performances is vermengd met foto’s van de kunstenaar Lucius Pax in zijn werk, in zijn tentoonstellingen, met uitnodigingen of een nieuwjaarskaart.

Persona Lucius Pax

De kunstenaar Lucius Pax is een personage dat de kunstenaar opvoert, zijn naam is een pseudoniem. De carrière en het werk van Lucius Pax is het werk van deze kunstenaar. Het leven van de kunstenaar loopt parallel met het leven van Lucius Pax en overlapt het regelmatig. Dat roept wel vragen op: is de carrière van Lucius Pax fictie, is zijn verschijnen in Duitse krimi’s een film in een film? Spiegelen de worstelingen van Lucius Pax die van de kunstenaar die hem verpersoonlijkt of die van de hedendaagse kunstenaar in het algemeen?
Je kan ook nog stellen dat de kunstenaar de kunstwereld een kunstmatige wereld vindt waarin hij zichzelf als kunstenaar parachuteert zoals hij zichzelf ook tussen zijn vroegere helden schildert, maar gezien de serieuze productie van schilderijen en regelmatige tentoonstellingen lijkt me dat een boude veronderstelling.
Het geheel vormt een moeilijk en gelaagd concept om uit te voeren, maar tegelijkertijd geeft het nog veel mogelijkheden tot verdieping. De performances blijven wat onduidelijk, wat getoond wordt zijn foto’s van situaties, maar je verwacht bij een performance een publiek en life action. Je zou gegeven het werk kunnen zeggen dat bijvoorbeeld een opening een performance is waarin de kunstenaar de rol van Lucius Pax aan neemt, maar dan zou je hem ook met motor en chauffeur voor kunnen laten rijden. Misschien is het echter meer een semantische kwestie en zou je de performancefoto’s eerder ‘situaties’ of ‘stills from an artificial life’ kunnen noemen en dan blijft de spannende vraag: waar eindigt dat kunstmatige leven en waar begint het echte leven?