Gepubliceerd: De Nieuwe # 34 – Amsterdam, januari 2016

Een poederige huid

In de schilderkunst is de verfhuid altijd een belangrijk thema geweest. In de vroegere schilderkunst maakte de kunstenaar een schilderij en die had een huid. Met de gebruikte verf, schildertechniek en vernislaag ontstond een gegeven dat niet echt bewust werd nagestreefd, maar dat wel degelijk mee werkt in de waardering van het werk. Een schilder als Rembrandt begon bewust gebruik te maken van de mogelijkheden van het verfoppervlak, hij staat erom bekend dat hij de verfstructuur gebruikte om zijn hoogste licht nòg meer te laten stralen en zeker in zijn late periode is het effect magnifiek. Een ontwikkeling van de verfstructuur zette zich door in verschillende stijlperiodes en in de 20e eeuw ontstond een moment dat de schildertechniek opeens bewust werd ontkend, de verf werd zo neutraal mogelijk aangebracht om een fotogelijk beeld af te leveren. Maar het materiaal werd wel met mensenhanden aangebracht. Soms gebeurde dat met technische hulpmiddelen, maar de handeling was menselijk. Dat levert een spanningsveld op waar bepaalde hedendaagse kunstenaars mooi gebruik van maken.

Mariëlle Buitendijk is bekend geworden met schilderijen van stadions en arena’s. Het zijn de formele kanten van deze architectuur die Mariëlle Buitendijk interesseert en die ze in haar schilderijen laat zien. Overbodige gegevens als kleuren en teksten worden uit het beeld verwijderd. In deze werken worden arena’s en stadions weergegeven op een manier die soms de neiging heeft abstract te werken en soms ook hebben ze een surrealistisch effect. De vlakken van de sport- of speelvelden staan in een bepaald perspectief in het beeld en worden soms gespiegeld door een gelijkvormig vlak in het dak boven het gebouw of ze worden overdekt door een dakstructuur die evenzeer een abstracte kwaliteit bezit. Er ontstaat een ruimtelijkheid die in de abstractie weer ontkend wordt. De techniek die Buitendijk gebruikt voor dit werk draagt zeker bij tot het interpreteren van deze schilderijen als abstracte beelden. Het materiaal dat gebruikt wordt is verf uit een spuitbus of airbrush en na experimenten werd de drager aluminiumplaat. Na eerder gewerkt te hebben op papier, doek en houten panelen bevalt deze ondergrond de kunstenaar het best omdat ze niet wil dat de structuur van de drager mee zou gaan spelen met de structuur van de verf die, hoewel minimaal, toch wel degelijk aanwezig is.


In het werk worden bijna geen kleuren gebruikt, maar grijzen met soms zwart of wit. Incidenteel wordt een kleur toegevoegd. Door de toegepaste schildertechniek zijn de overgangen tussen vlakken en lijnen vaag en dit alles geeft een vreemd historiserend effect. Alsof je naar oude foto’s of film-stills kijkt die door hun onscherpte een spanning opleveren waardoor het onderwerp toch weer opleeft. Het aluminium en de gespoten verf geven daarentegen een high-tech beeld van het schilderij als object wat associaties met toekomstbeelden genereert. Deze meerduidigheid van het beeld is precies wat de kunstenaar wil bereiken. Ze lijkt een illusie te willen creëren en een spanning op te voeren tussen tijdloosheid, verleden en toekomst. Mede door de afwezigheid van mensen lukt het haar de vraag in de kijker te laten leven of een spektakel gaat plaatsvinden of dat we in het verleden kijken, of we in de stilte vóór of na de storm kijken.

Reflecties

De onderwerpen voor haar schilderijen waren afbeeldingen van bestaande bouwsels uit de media die ze met de nodige formele aanpassingen schilderde. Op een bepaald moment is Buitendijk begonnen 3D-modellen te bouwen naar ontwerpen die ze zelf maakte, waarbij ze vervormingen, aanpassingen en belichting in het model direct kan zien en manipuleren. Het heeft het voordeel dat ze meer grip heeft op haar onderwerp, ermee kan experimenteren en er in een vroeg stadium haar visie in kwijt kan. De modellen zijn van vorm abstract, modernistisch en hebben door kleur en buitenkant een vrij zinnelijke uitstraling, doordat het licht diffuus reflecteert. De kunstenaar zegt zelf dat ze van een poederige huid houdt en die bereikt ze door het gips waarmee de werken worden gemaakt intensief te behandelen. Als geheel zijn het structuren waarbinnen ook reflecties plaats vinden. Het resultaat is niet zo zeer een stralend beeld, maar een massa als een zacht gloeiende lamp.

Kerven met een stanleymes

Die structuren komen op een gegeven moment terug in de schilderijen. Eerder al had Buitendijk  schilderijen met een suggestie van mensenmassa’s gemaakt die als een abstracte structuren kunnen worden gezien. Dat waren vrij organische vormen. De kunstenaar heeft de stadionschilderijen achter zich gelaten en begint abstracte panelen te maken die een aantal malen gegrond worden. Vervolgens worden ze handmatig ingekerfd met een stanleymes om de structuren scherp te krijgen. Deze structuren zijn geometrisch. Hierna volgt een intensief schilderproces met spuitbus of airbrush, met acryl of andere verf, soms gemengd met krijt en regelmatig worden  er grondige schuursessies op uitgevoerd. Er ontstaat in het abstracte beeld een bepaalde structuur, door de gesuggereerde schaduwen en omdat de verf hier en daar opeenhopingen kent als stofnesten, zoals de kunstenaar het graag interpreteert. Die structuur zorgt voor de reflectie van het schilderij die de kwaliteit ervan bepaald.

Imperfecties, toeval en levendigheid

De formaten van de stadionschilderijen waren bepaald door het bereik waarbinnen de kunstenaar de spuitbus goed kon controleren. De basis van de recente schilderijen is een paneel dat naar het formaat van haar hoofd is gezaagd. Vooraf is een concept gemaakt dat, als het paneel klaar is wordt uitgevoerd. Dat concept krijgt de kunstenaar nooit zo precies uitgevoerd zoals het is bedacht, er zitten imperfecties in het resultaat. In het maakproces moeten allerlei keuzes worden gemaakt die invloed hebben op het resultaat en niet alles lukt zo goed of anders dan ze zou willen. De kunstenaar ziet de waarde van het werk juist in deze imperfecties die het werk doen leven in al haar grijze abstractie. De geschilderde structuren geven mij de neiging ze aan te raken, er zit een zachte materialiteit in die aantrekt. Aan de andere kant vormen zij een illusoir en door de geometrie nogal futuristisch beeld: er wordt ruimte gesuggereerd, een andere wereld die zich in het schilderij openbaart. Bij het bekijken van de panelen zie je een suggestie van regelmaat in de structuren, alleen zie je, als je goed kijkt, dat die regelmaat niet consequent doorgevoerd wordt. Een rechthoekig paneel blijkt in een geval niet helemaal rechthoekig te zijn, waardoor de structuur haar strakheid verliest. Het zijn de beperkingen in de hand en het oog van de kunstenaar en de toevalligheden in het proces die het paneel leven geven. Ondanks de strikte concepten en de beperkte middelen ontstaan zo authentieke kunstwerken. Mariëlle Buitendijk laat met minimale middelen een consistent persoonlijk oeuvre ontstaan dat diverse thema’s behandeld, zoals de spanning tussen het schilderij als object en het beeld dat gesuggereerd wordt, het verschil tussen mens en machine in het uitvoeren van processen en ze onderzoekt de mogelijkheden binnen zelf aangebrachte beperkingen zoals het gebruik van de kleur grijs in al haar nuances. De spanning tussen een futuristisch beeld met een technologische associatie en een humane uitvoering daarvan doet denken aan de vroege stadionschilderijen waarin de strenge abstractie ook door vervagende lijnen tot leven werd gebracht. In beide gevallen ontstaat  leven in de doorwerkte huid die door de kunstenaar tot leven is gewekt.