Stuk van Ilja Leonard Pfeijffer door Annette speelt in het Spuitheater in Den Haag – 14 maart 2008
Gepubliceerd: 14 maart 2008 – chmkoome’s blog
Wat is het toch wat wachtruimtes intrigerend maakt? Het wachten op een vliegtuig, de dokter, je kind op school, in de wacht aan de telefoon: het zijn dode momenten die op de vreemdste manieren gevuld worden. In de hedendaagse maatschappij heeft iedereen er mee te maken en in het stuk Malpensa dat Ilja Leonard Pfeijffer voor Annette speelt heeft geschreven worden twee razendsnelle jongens met snode plannen op het vliegveld Malpensa gedwongen die plannen uit te stellen tot hun vliegtuig vertrekt. Het zijn van die types die niet gewend zijn te wachten en hun eigen tempo maken, maar juist nu ze het plan hebben opgevat het Vaticaan op te blazen met het vliegtuig dat ze willen kapen komt hun aansluiting laat aan. De mannen, Thijs (Römer) en Michel ( Sluysmans) zijn financial directors bij verschillende Hedgefunds en hebben alles al meegemaakt (been there, done that, got the T-shirt). Uit pure verveling en sensatiezucht hebben ze dit plan opgevat. Om enige verdenking te voorkomen proberen ze te doen alsof ze elkaar niet kennen en per ongeluk met elkaar in contact komen. Dan blijkt waar wachtruimtes ook in uitblinken: ze halen je uit je normale leven en laten je er op een andere manier tegen aan kijken, het is een mogelijkheid tot reflectie.
De beide mannen spelen een spel met elkaar, maar in dat spel blijkt dat ze hun leven lang al een spel gespeeld hebben en uiteindelijk komt de werkelijkheid naar boven. Het stuk is virtuoos geschreven naar de beide acteurs: Römer is de hoerende en snoerende primaat en Sluysmans is de intellectueel. De heren weten knap de vertellersrol en de rollen die ze spelen in elkaar over te laten lopen en zijn beiden overtuigend in de types die ze neerzetten. Thijs Römer toont op het moment dat hij iets van zijn ware zelf laat zien daarbij een dodelijk vermoeide kop die zeer overtuigend afsteekt bij de macho sexist die hij daarvoor steeds is.
Dramatisch gezien zit er een niet constante spanningsboog in het stuk en de ontknoping, alhoewel die met verve gebracht wordt, vind ik ook niet helemaal overtuigend. Je zou ook kunnen denken dat een spel met soapclichés gespeeld wordt, maar dan zou ik het einde grotesker verwachten.
Samenvattend heb ik er met plezier naar gekeken door de virtuoze tekst met vele sneren naar de veronderstelde preoccupaties van de moderne yup en de manier waarop die gespeeld werd. Zeker voor een dialoog in een sober decor bestaand uit een fraaie design knikkerbak met kuipstoeltjes en wat elementen in de verte waarnaar de figuren regelmatig vluchtten vond ik dat een hele prestatie. Ik werd echter niet echt meegesleept in de zich ontwikkelende verhouding tussen de heren . De momenten dat de heren speelden dat ze niet meer wisten waarover ze moesten praten waren heel invoelbaar, maar dat waren juist de dode momenten die iedereen zal herkennen en niemand zal waarderen.