Van William Shakespeare door het Nationaal Toneel. Gezien op de première vrijdag 6 maart 2009 in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag
Gepubliceerd: 10 maart 2009 – chmkoome’s blog
Romeo en Julia is een klassiek stuk van Shakespeare uit 1595 dat vooral gewaardeerd wordt als een weergave van de door het lot gedoemde liefde die de hoofdpersonen tijdens een feest op een warme zomernacht in Verona bevangt. Die liefde verschijnt als een donker gat waar de jongen en het meisje ingezogen worden en is vanaf het begin onontkoombaar, zodanig, dat als Romeo denkt dat Julia dood voor hem ligt hij gif drinkt en sterft. Julia, die schijndood was komt langzaam bij en als ze het levenloze lichaam van Romeo ziet slaat ook zij de hand aan zichzelf.
In de regie van Johan Doesburg heeft het stuk een hoog tempo. De enscenering is modern: de plaatsbepaling wordt getoond met grafische panelen en de Veronese architectuur wordt met twee stellingen op een kaal toneel weergegeven. Bij aanvang van het stuk geven die stellingen de huizen van de Capulets en de Montagues weer, twee vooraanstaande families in de stad die met elkaar in onmin leven. Die stellingen hebben drie verdiepingen die door trappen verbonden zijn wat veel mogelijkheden geeft. Zo is de befaamde balkonscène een soort apenkooien geworden wat bijdraagt aan het benadrukken van het primaire verlangen wat Romeo en Julia naar elkaar voelen. Zinnelijkheid doordesemt het hele stuk, door het spel van de acteurs, maar ook door de nieuwe vertaling die ervan gemaakt is door Frank Albers en die ongelofelijk vindingrijk hoge en lage cultuur met elkaar combineert. De prachtigste Elizabethaanse verzen komen in berijmde vertaling voorbij waarna regelmatig plotseling een hedendaagse platitude volgt. Dit werkt wonderwel en houdt het stuk bij de grond wat een verademing is vergeleken bij de verheven liefdesretoriek in sommige eerdere opvoeringen. Er wordt regelmatig recht gedaan aan de boertige humor die in het toneel van de 15e eeuw vaak gebruikt werd, ook hierin is de vertaling van Frank Albers soms bijzonder origineel.
Aan het vertalen van het drama naar de 21e eeuw dragen de spelers, geholpen door een hedendaagse kostumering, in niet geringe mate bij: als Julia van de Capulets (Sophie van Winden) voor de eerste keer verschijnt is het een geloofwaardig zwijmelende puber die je op een gemiddelde middelbare school zo tegen kan komen. Romeo van de Montagues (Marwan Kenzari, een van oorsprong Tunesische jongen) is een onvolgroeide slungel die zoekende is en ondanks zijn aanvankelijke fascinatie voor Rosalinde, die hij zoekt op het feest van de Capulets, zich als bij donderslag verliest in Julia. In de verhouding tussen de jongeren van de Capulets en de Montagues herkende ik de gevechten die zich tegenwoordig in het weekeinde in uitgaansbuurten voordoen en in het feest bij de Capulets de decadente discosfeer uit de negentiger jaren met de suggestie van seksuele excessen en drugsgebruik aan toe. Hier verschijnen Romeo en zijn vrienden zelfs in travestie, wat herkenning door hun vijanden, de Capulets, voorkomt. Wij zien daarin echter ook het spelen van de Hedonistische moderne mens.
Als dan het tweede deel begint, Tybalt na eerst Mercutio te hebben neergestoken wordt vermoord door Romeo. Vervolgens wordt die bij wijze van straf verbannen. Als Julia door haar vader aan Paris wordt uitgehuwelijkt verandert de sfeer. De geliefden worden uiteengerukt, maar kunnen hun liefde niet loslaten. Vervolgens voltrekt zich het drama dat hierboven beschreven staat. In dit deel zakt het tempo iets in, maar neemt het drama toe. De hoofdpersonen zien richting en zin in hun leven en de verandering die dit veroorzaakt komt mooi tot uiting in het spel van Romeo en Julia, hun spel verdiept zich steeds meer. Dat broeder Lorenzo, die het plan heeft verzonnen de geliefden weer bijeen te brengen, na het mislukken van zijn idee wegloopt van de achtergebleven lijken heeft iets akelig pragmatisch: de vrede in de stad is door dit drama hersteld, en de kids die de wereld direct wilden bezitten in hun liefde zijn daaraan ten offer gevallen.
Dat de van oorsprong Arabische acteur Romeo op uitstekende wijze speelde vond ik een mooi saluut aan de oorsprong van de middeleeuwse liefdeslyriek die zich vanuit de Arabische poëzie via Zuid Europa ontwikkeld heeft.